Tijdens een aantal inspirerende duo-ontmoetingen ontdekten Meinrad Kneer en Albert van Veenendaal dat hun opvattingen over improvisatie en samenspel heel dicht bij elkaar lagen. Zo ontstond als vanzelf de wens om te werken aan de ontwikkeling van een trio, waarin hun ideeën gestalte zouden kunnen krijgen. Uitgangspunt hierbij is het spelen van eigen composities waarbij improvisatie en compositie organisch in elkaar overgaan. Een rijk improvisatorisch vocabulaire is hierbij het middel om het geschreven materiaal op dusdanige wijze vorm te geven dat deze begrenzing verdwijnt.
In de persoon van Yonga Sun vonden zij een perfecte partner. De drie eigenzinnige musici laten zich leiden door intuïtie en inspiratie en zijn daardoor steeds weer verrast hoe anders eenzelfde compositie kan klinken. Geleid door een ijzersterk gevoel voor vorm en groove zijn de uitvoeringen van hun stukken keer op keer epische muzikale avonturen.
Een keuze uit de recensies
[de groep] oogt als een klassiek pianotrio maar dat is het niet. De traditionele rolverdeling tussen solist en begeleiders werd vastberaden overboord gezet in stukken met veelzeggende titels en een duidelijke signatuur.
(Edo Dijksterhuis, NRC, december 2003)
Het trio kenmerkt zich door een clichévrije, non-hiërarchische aanpak. Predictable Point of Impact is een krachtig statement van een superingespeeld trio. Ze combineren de avontuurlijkheid van een improvisatiegroep met de subtiliteit van een klassiek kamermuziektrio en de heftigheid van een rockband. Het trio maakt veelvuldig gebruik van groovende figuren waarbij elk van de groepsleden de rol van groover op zich kan nemen, zodat de andere twee vrijelijk kunnen bewegen. De souplesse waarmee ze elkaars rol dan overnemen is indrukwekkend. Het resultaat is muziek die kaleidoscopisch is en voor de luisteraar werkt als een film in je hoofd. Bovendien weten Van veenendaal en Kneer pakkende composities te schrijven, die grillig verlopen en heel veel verder gaan dan het karakteristieke thema-solo-thema verloop van veel jazzmuziek”.
(Herman te Loo)
Predictable Point of Impact
Pianist Albert van Veenendaal is een bijzonder productieve componist, die zich hier van zijn meest dramatische kant laat zien. Sommige stukken zouden niet misstaan als nieuwe soundtracks bij stomme films. Het al enkele jaren opererende trio met bassist Meinrad Kneer en Yonga Sun is nu een van Nederlands interessantste moderne jazzformaties, vooral omdat het klassieke pianotrio-formaat nieuw leven wordt ingeblazen.
In wezen is het post-bop dat hier wordt gespeeld, maar de arrangementen en het samenspel zijn zo uitgekiend, dat er ook na meerdere keren afspelen zich nieuwe details presenteren. De musici voelen elkaar feilloos aan, maar het is vooral Yonga Sun die indruk maakt met zijn kleurrijke en smaakvolle speelwijze. Ik ken in Nederland geen slagwerker die beter met klankkleur weet om te gaan. De muziek van Veenendaal is opgebouwd uit strakke, snelle harmonische wendingen, die steeds nadrukkelijk aan ritmische fraseringen zijn gekoppeld, zodat het ensemblegeluid heel compact blijft. Hoewel de improvisaties op zich interessant zijn, wordt de aandacht steeds getrokken door de subtiele verschuivingen in de rolverdeling tussen de instrumenten. De kracht van de cd zit hem vooral in de wijze waarop en hoe natuurlijk de arrangementen zijn opgebouwd.
(Ken Vos, Draai om je oren / maart 2007)
Van Veenendaal/Kneer/Sun opent eerste Utrecht Jazz Fest
Het trio Van Veenendaal/Kneer/Sun ging op sympathiek onverschrokken wijze het traditionele pianotriogenre te lijf. De groep heeft met Van Veenendaal en Sun twee speelse, fantasievolle muzikanten in huis en met Kneer de ideale lijm. De aangenaam laconieke Van Veenendaal en de energieke Sun vullen elkaar heel fraai aan. Het goed verzorgde spel van Kneer bindt hun ideeënstroom samen en houdt haar daarmee voor zowel de band als het publiek overzichtelijk. De avontuurlijke, eclectische benadering van het trio werkt aanstekelijk. Vooral een aantal door Kneer geschreven stukken die tegen het einde van de set werden gespeeld, maakten veel indruk. De groep heeft humor en een gezond gebrek aan respect voor de traditie zonder in studieus sloopwerk te vervallen. De manier waarop de piano met repeterende patronen een ritme-instrument werd en de bas de belangrijkste melodieën speelde, deed in de verte aan de beste nummers van EST denken. In elk geval wist het drietal in die tragere nummers de spanning het beste vast te houden. Door hun spelvreugde en fantasievolle aanpak heeft het trio wel degelijk een grote impact en bleek het een van de betere bands op dit eerste Utrecht Jazz Fest.
(Micha Andriessen, Jazzenzo / 5 maart 2007)